header banner
Default

Partijen plaatsen vaak migrantenpolitici op kieslijsten


Table of Contents

‘Ik weet niet of ik blij moet worden van het feit dat mensen met een bi-culturele achtergrond hoog op de kieslijsten zijn geëindigd van traditionele partijen zoals de vvd en GroenLinks-PvdA’, zegt Adeel Mahmood, fractievoorzitter van Denk in de gemeenteraad van Den Haag. Sinds kort maakt zijn partij met één wethouder deel uit van het nieuwe college in de stad. ‘Deze kandidaten vertegenwoordigen niet de grote conservatieve moslimachterban. Eerder het seculiere deel.’ Bovendien betwijfelt hij of ze van de partijleiding de ruimte krijgen om zonder mitsen en maren hun inzichten te verwoorden.

Hoe ingewikkeld dat nog steeds ligt, werd in oktober pijnlijk duidelijk naar aanleiding van de brute terreurdaden van de militante Palestijnse beweging Hamas in Israël. Het eerste gesluierde Tweede-Kamerlid Kauthar Bouchallikht trok zich terug van de kandidatenlijst van GroenLinks-PvdA. Ze vindt dat haar partij te weinig oog heeft voor de bredere context van het Palestijns-Israëlische conflict. ‘Context is namelijk geen ontkenning van de afschuwelijke daden door Hamas. Context is het erkennen waar die vandaan komen, namelijk het handelen van de Israëlische regering, ook tegen de zin van vele Israëliërs en joodse mensen in’, schreef ze.

Mahmood ziet een patroon: ‘Genuanceerde argumenten van bi-culturele politici met een eigen stem worden onder het mom van het partijbelang terzijde geschoven. Er ontstaat geen inhoudelijke discussie, er wordt vaak gewoon niet naar hen geluisterd.’ Hij benadrukt dat ze veelal politiek actief worden omdat ze verandering nastreven over juist die onderwerpen die hún na aan het hart gaan en die verbonden zijn met waar ze vandaan komen en hoe ze naar de wereld kijken. ‘En ook al is een partij het niet eens met hun argumenten, die moeten wel inhoudelijk worden bediscussieerd.’

Nederland gaat naar de stembus in een politiek krachtenveld dat ingrijpend is gewijzigd. Sterke nieuwkomers als de BoerBurgerBeweging en Nieuw Sociaal Contract van oud-cda’er Pieter Omtzigt hebben vrijwel geen bi-culturele kandidaten op de kieslijsten. Het nieuwe elan ontbreekt bij partijen die specifiek opkomen voor de belangen van het bi-culturele electoraat. De activistische partij BIJ1, die staat voor een Nederlandse samenleving met gelijke rechten en kansen voor iedereen ongeacht kleur, is geïmplodeerd. Haar leider Sylvana Simons keert niet terug in de politiek. De door de islam geïnspireerde emancipatiebeweging Nida bestaat enkel nog op papier en Denk, dat opkomt voor een brede moslimachterban, moet zich na een landelijke leiderswissel opnieuw gaan bewijzen.

Genoeg redenen om te onderzoeken hoe het er voor de twintig procent van het Nederlandse electoraat met een bi-culturele achtergrond voor staat. We interviewden negen mensen, veelal actief of actief geweest in de politiek – van wie één gezien zijn functie het bij een achtergrondgesprek hield. Wat zijn hun observaties, verwachtingen en zorgen? In de achterliggende jaren zijn juist in dit deel van het electoraat veel kiezers afgehaakt. Dat vertaalde zich in dalende opkomstpercentages van nog slechts tien, vijftien en twintig in met name diverse stadswijken, zoals in Osdorp of Bijlmer-Oost in Amsterdam, de Afrikaanderwijk in Rotterdam of stadsdeel Laak in Den Haag. Het gaat niet alleen om eerste generatie immigranten, maar in toenemende mate ook om hun kinderen en kleinkinderen die Nederlands staatsburger zijn. De stem van steeds grotere groepen burgers, veelal met een migrantenachtergrond en een praktisch opleidingsniveau, wordt niet gehoord, omdat ze minder participeren en daardoor ondervertegenwoordigd zijn in de politiek.

Zonder uitzondering zijn die verontrustend lage opkomstpercentages een van de belangrijkste kopzorgen van onze gesprekspartners. Andere thema’s die doorlopend opduiken: armoede en bestaanszekerheid mogen in deze stembusslag dan wel dé veelbesproken thema’s zijn, wat wijst op een breed gedragen herwaardering van de overheid in haar verantwoordelijkheid jegens haar burgers, maar hoe zit het met de sociale veiligheid? Het uitbannen van discriminatie, racisme en uitsluiting? Natuurlijk is het belangrijk om voldoende geld te hebben, maar zonder sociale veiligheid geen bestaanszekerheid. Participatie en inclusie zijn in de huidige campagnes niet langer belangrijke verkiezingsthema’s, integendeel. Het inzicht dat recht doen aan elkaar goed is voor Nederland in den brede, ontbreekt deze keer in de meeste partijprogramma’s vrijwel volledig.

In het verlengde daarvan klinkt de angst door dat Nederland bij de komende verkiezingen weleens een fikse ruk naar rechts kan gaan maken en de politiek hierdoor nog verder verhardt en tegenstellingen nog sterker worden uitvergroot. Dat slaat extra hard terug op Nederlanders met een bi-culturele achtergrond.

‘Een lage opkomst betekent een verzwakking van de democratie’, waarschuwt Ercan Büyükcifci. ‘Kunnen de politieke keuzes die worden gemaakt nog wel rekenen op voldoende legitimiteit?’ Het is een belangrijke reden waarom hij tussen 2018 en 2022 voor Nida in de gemeenteraad van Rotterdam zat. ‘Nieuwe politieke initiatieven dichten de kloof met afgehaakte kiezers’, licht hij vanuit zijn ervaring in de Maasstad toe. ‘Ze richten zich met een eigen geluid juist op mensen die zich niet gehoord voelen en die zich niet herkennen in de politiek. Ze dragen daarmee bij aan het vitaal houden van de democratie.’

Maar de realiteit is volgens hem evenzeer dat naarmate je als politicus meer en meer het politieke proces wordt ingezogen, het ook steeds moeilijker wordt om het contact met je achterban vast te houden. Wil je je politieke werk goed doen, dan gaat daar ongelooflijk veel tijd in zitten, merkte hij gedurende zijn raadsperiode. ‘De grote hoeveelheid stukken die je moet lezen over materie die vaak ingewikkeld en complex is. Het politieke handwerk vraagt om een goede taalbeheersing en een assertieve houding.’ Dat alles tezamen heeft, ervoer Büyükcifci, tot gevolg dat de mensen die op je stemden zich geleidelijk aan minder en minder in jou als hoger opgeleide gaan herkennen.

Carla Kabamba, die in de gemeenteraad van Amsterdam zit, eerst voor BIJ1 en nu met haar eigen lijst, noemt het een typische catch 22-situatie: ‘Om op de kieslijst van een traditionele partij te komen moet je als bi-culturele kandidaat echt retegoed zijn: qua opleiding, ervaring en politiek talent. Maar door alles wat deze mensen bereikt hebben, staan ze op grote afstand van de mensen die ze vertegenwoordigingen. Terwijl hun achterban het maatschappelijk en economisch steeds moeilijker heeft, hebben bi-culturele politici toegang tot invloedrijke netwerken en nieuwe leefwerelden.’

Thijs Berman, oud-europarlementariër voor de PvdA en nu directeur van het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie, ziet dat polarisatie en een afnemende participatie in de politiek mondiale problemen zijn. ‘Inclusiviteit betekent dat we in landen waar we werken proberen om een politiek van polarisatie en confrontatie om te buigen naar een politiek van dialoog. Maar dat is moeilijker en moeilijker aan het worden. De wereld polariseert heel hard en heel snel.’ Hij benadrukt dat het in de meeste landen op dit moment al niet meer mogelijk is om een politieke dialoog te initiëren. Tegelijkertijd gelooft hij dat sociale rechtvaardigheid alleen tot stand komt in een functionerende democratie. ‘Waar het in de politiek om gaat is een fundamenteel respect voor iedereen in een land. Daar staat of valt de democratie mee.’

Ook Rabin Baldewsingh, Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, dringt er in een manifest op aan dat politieke partijen hun verantwoordelijkheid nemen om het verankerde systeem van het wantrouwen tegen specifieke delen van de bevolking en uitsluitingsmechanismen te veranderen. Hij ziet dat terug in de toeslagenaffaire waar relatief veel mensen met een migratieachtergrond door werden getroffen en in de undercover onderzoeken in moskeeën.

Baldewsingh kwam 48 jaar geleden vanuit Suriname naar Nederland en was hiervoor onder meer PvdA-wethouder in Den Haag. Met zijn manifest luidde hij eind augustus de noodklok. Elke politieke partij moet een paragraaf over de bestrijding van discriminatie en racisme in haar verkiezingsprogramma hebben, schrijft hij. Op de vraag of hij met dit manifest een gele kaart aan de Nederlandse politiek uitdeelt, antwoordt hij gedecideerd: ‘Die gele kaart neigt naar rood.’ Hij onderstreept dat de verkiezingen op een cruciaal moment komen. ‘Als land moeten wij een belangrijke keuze maken. Je ziet om je heen wat het neoliberalisme in de afgelopen vijftien tot twintig jaar heeft aangericht. Het centraal stellen van het individu, waardoor het collectieve is losgelaten. Iedereen is op zijn eigen agenda gaan zitten, met institutioneel wantrouwen, polarisatie, racisme, discriminatie en uitsluiting als gevolg. Hoe zit het met de manier waarop we in dit land met elkaar samenleven?’

Hij herhaalt het in een gesprek op zijn werkkamer in Den Haag een aantal keren: de politiek heeft een zorgplicht voor alle 17,8 miljoen burgers in Nederland. ‘Als je gediscrimineerd en uitgesloten wordt, op welke grond dan ook, raakt dat aan de kern van je bestaan.’ Hij daagt de politiek in Nederland uit om na 22 november andere keuzes te maken, gericht op verbinding en inclusie. ‘Ik ben niet zozeer boos, eerder een geraakt persoon. Ik begrijp het gewoon niet. Dat je politici hebt die zichzelf weldenkend noemen en die heel bewust uitsluitingsmechanismen hanteren als electoraal verdienmodel.’

Het zijn niet de termen die de D66’er Janarthanan Sundaram, in het verleden voorzitter van het diversiteitsnetwerk en kandidaatsvoorzitter van zijn partij, gebruikt. Maar hij heeft wel ongemakkelijke gevoelens bij de grillige manier waarop zijn partij, maar ook de andere grote traditionele partijen, met het diversiteitsdossier omspringen. Het belang daarvan wordt in het verkiezingsprogramma van D66 onderkend, terwijl de leden bij de vaststelling van de kieslijsten hun voorkeur uitspraken voor Gerben-Jan Gerbrandy als lijsttrekker voor D66 bij de Europese verkiezingen ten koste van Samira Rafaela en Salima Belhaj. Het zwarte raadslid in Eindhoven, Mpanzu Bamenga, die in zijn stad in 2017 tot talent van het jaar werd verkozen en in 2021 de Mensenrechtenprijs kreeg voor zijn strijd tegen etnisch profileren door de marechaussee, tuimelde van de zesde naar de negende plek op de kieslijst voor de parlementsverkiezingen.

Het is een veelgehoorde klacht onder hoogopgeleide bi-culturele politici. Als ze hun mening ventileren over hoe Nederland eruit zou moeten zien en aangeven hoe problemen kunnen worden opgelost, dan gaat het plotseling over de spelfouten in hun teksten of het feit dat ze altijd te laat zouden komen (wat vaak feitelijk niet klopt). Alsof hún brede ervaringen, die niet per definitie altijd in de pas lopen met die van de witte meerderheid, er niet (meer) toe doen.

De Amerikaanse Princeton-hoogleraar Rafaela Dancygier komt op basis van grootschalig kwantitatief vergelijkend onderzoek in verschillende Europese landen tot de conclusie dat politici met een migratieachtergrond door politieke partijen vaak instrumenteel op kieslijsten worden gezet. En dat partijen geneigd zijn tot risicomijdend gedrag als het gaat om die bi-culturele kandidaten. Terwijl ze met een diverse kieslijst pogen zo veel mogelijk stemmen te behalen, zijn ze tegelijkertijd bang voor controverses waardoor ze bi-culturele kandidaten doorgaans strenger screenen dan kandidaten zonder migratieachtergrond. James Kennedy, hoogleraar moderne Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, zegt: ‘Die breed samengestelde kieslijst is een trend die we vanaf de jaren tachtig zien. Eerst was er de roep om meer vrouwen op de lijst, vervolgens om mensen met verschillende culturele en migratieachtergronden en al een tijdje nu ook om mensen met gemarginaliseerde seksuele en genderidentiteiten.’

Politici met een migratieachtergrond worden door partijen vaak instrumenteel op kieslijsten gezet

Zodra kandidaten uit ondervertegenwoordigde groepen eenmaal gekozen zijn, ervaren ze een groot verschil tussen de politiek voor en achter de schermen. Achter de schermen zijn de verhoudingen en gesprekken vaak constructief, zowel binnen hun eigen partij als met menige collega-politicus van andere partijen. Maar in de spotlichten blijkt de bereidheid van mainstream partijen om compromissen te sluiten vaak aanzienlijk te zijn verdampt. ‘In debatten wordt vaak veel strijd gevoerd’, zegt Ercan Büyükcifci. ‘Het is dan ook eerder een strijdtoneel dan dat er een gezonde openheid is voor elkaars perspectieven, terwijl dat buiten de debatten om in gesprekken vaak wel het geval is. Dan vinden ze je argumenten heel logisch en redelijk klinken. Maar als het er daadwerkelijk op aankomt, zie je dat het bepalend is of je zelf racisme en discriminatie hebt ervaren. Pas dan ga je je daadwerkelijk hard maken voor deze kwesties.’

Net als de Amerikaanse onderzoeker Dancygier benadrukt ook Kennedy dat een breed samengestelde kieslijst door politieke partijen eerder wordt gezien als een verstandige keuze om een breed electoraat aan te kunnen spreken, dan dat het per definitie een weerspiegeling is van het politieke geweten, het ideaal van de partij. Wat de vvd met de benoeming van Dilan Yesilgöz, met een Turks-Koerdische achtergrond, als nieuw boegbeeld van de partij in opvolging Mark Rutte volgens hem uitspreekt, is dat achtergrond er juist helemaal níet toe doet. ‘Dat ze misschien wel de eerste Nederlandse premier wordt met een bi-culturele identiteit wordt op geen enkele manier beklemtoond, zoals we wel deden bij bijvoorbeeld de benoeming in Rotterdam van Ahmed Aboutaleb als eerste burgemeester in Nederland van Marokkaanse afkomst.’

Het Amsterdamse gemeenteraadslid Carla Kabamba vergelijkt Yesilgöz met premier Rishi Sunak in Groot-Brittannië. ‘Ook al is hij de eerste Britse premier van kleur, zijn Indiase achtergrond is in zijn Conservatieve Partij en voor hemzelf als politicus geen onderwerp van belang. Waar de nadruk op wordt gelegd is dat hij de belichaming is van hun politieke lijn.’ Niet iedereen die op je lijkt is in de ervaring van Kabamba je politieke vriend. ‘Als vluchteling in Nederland hoef je niet per definitie hoge verwachtingen te hebben van een politicus als Yesilgöz, die ooit zelf als vluchteling naar Nederland kwam.’ Volgens Kabamba wil de vvd de kiezer het idee geven dat de afkomst van Yesilgöz vooral een extraatje is.

James Kennedy, die deels een Amerikaanse achtergrond heeft, ziet een opvallend verschil tussen hoe bi-culturaliteit in de Verenigde Staten in de politiek wordt ervaren en ingevuld en hoe dat in Nederland gebeurt. In de Amerikaanse context is het voor bi-culturele politici makkelijker de belangen van een kiezersgroep mee te nemen in de politieke besluitvorming. ‘Hier gaat het vooral over waar je loyaliteit ligt, daar kun je honderd procent Amerikaan en tegelijkertijd honderd procent Turk of Koerd of Marokkaan zijn.’

De drijfveer van politici en oud-politici die wij spraken om politiek actief te worden, ongeacht in welke partij ze zitten of zaten, is vrijwel inwisselbaar: het onrecht bestrijden dat etnische en religieuze minderheden en mensen van kleur in Nederland ervaren. Imane Nadif herinnert zich nog glashelder hoe aangeslagen ze was door de angstige vraag van haar toen zesjarige dochter: ‘Mama, moeten wij nu weg uit Nederland?’ Op het schoolplein zong de uitspraak van pvv-leider Geert Wilders over ‘minder, minder Marokkanen’ rond. ‘Ze wilde weten of haar Nederlandse papa dan ook meeging. En of ze haar grootouders in Gouda nog ging zien.’ Nadif is inmiddels raadslid van GroenLinks in de gemeenteraad van Amsterdam, lid van het landelijk partijbestuur met de portefeuille Diversiteit, Inclusie en Externe Relaties en maakte deel uit van de commissie die de kieslijst van GroenLinks-PvdA voorbereidde.

‘Het is nog niet eens zo lang geleden’, zegt ze, ‘dat mensen zoals ik, mensen met een bi-culturele achtergrond, in gevestigde partijen überhaupt niet politiek actief konden worden. Ik ben tweede generatie migrant en als ik kijk naar het soort leven dat mijn ouders hebben gehad en het leven dat ik nu heb en het leven dat ik aan mijn kinderen kan bieden, dan is dat een gigantisch verschil.’ Ze ziet haar eigen zichtbaarheid als lokale politicus die in haar partij op landelijk niveau meepraat als een toonbeeld daarvan. ‘Ik wil mezelf als persoon niet te veel credits geven, maar het is van belang dat mensen met mijn achtergrond ruimte in de politiek opeisen.’

Een groot deel van de tweede generatie is hoger opgeleid en welvarender dan hun ouders. Er is echter ook een alarmerende groep die achterblijft: veertig procent van de jongeren in bijvoorbeeld Amsterdam Nieuw-West is laagopgeleid, dertien procent van hen verlaat zonder diploma de school tegenover respectievelijk 32 procent en acht procent gemiddeld in Amsterdam. Laagopgeleide Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond vormen ook de groep die het minste vertrouwen heeft in de Amsterdamse politiek en het minst politiek participeert.

De drijfveer van bi-culturele politici mag dan weinig verschillen, er is wel onderscheid in hoe ze menen dat de problemen moeten worden aangepakt. Vanuit de moslimzuil die na 9/11 geleidelijk is ontstaan en waarvan Denk en Nida exponenten zijn, vanuit BIJ1 dat in het spoor van onder meer de Black Lives Matter-protesten strijdt tegen racisme, of vanuit bestaande partijkaders als GroenLinks-PvdA, D66 of de SP die hun problematiek wel erkennen, maar de oplossing ook deels op het bordje van de (moslim)migrant zelf leggen.

De eerste groep is activistischer en compromislozer, terwijl de tweede kiest voor de stap-voor-stap-aanpak, langzaam en van binnenuit. Amsterdams GroenLinks-raadslid Nadif is kritisch, maar tegelijkertijd ook positief over het effect van politici zoals zij in de politiek en in gevestigde partijen. ‘Natuurlijk, er worden kleine stappen gezet. Maar verandering tot stand brengen is een proces van lange adem. Dat betekent dat je met een optimistische blik naar de toekomst moet blijven kijken. Als je dat niet doet dan is je stip op de horizon wel heel erg ver weg.’

Ercan Büyükcifci schudt net als Adeel Mahmood van Denk in Den Haag met zijn hoofd. Hij heeft weinig geloof in de voet-tussen-de-deur-strategie. Hij geeft een voorbeeld. ‘55 procent van de mensen met een moslim- en migratieachtergrond geeft in onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau aan zich gediscrimineerd te voelen. Een gigantisch hoog percentage dat geen enkele politieke partij onverschillig terzijde kan schuiven.’ Hij benadrukt dat er partijen zijn die dat onrecht erkennen en de strijd tegen discriminatie tot op zekere hoogte ook omarmen, maar hebben ze het ook tot een speerpunt van hun politieke bestaansrecht gemaakt? ‘Daar heb ik mijn twijfels over.’

Er zit een zekere voorwaardelijkheid aan de ruimte waarbinnen bi-culturele politici in gevestigde partijen mogen opereren. Wie zich daar actief tegen verzet, kiest ervoor om het systeem van buitenaf te veranderen en een eigen partij op te richten. Dat betekent niet per definitie dat men altijd compromisloos is, maar wel dat de ervaringen en denkbeelden van ondervertegenwoordigde groepen centraal staan. Adeel Mahmood van Denk zegt dat het wellicht niet direct meetbaar is, maar dat ze met hun afwijkende standpunten wel een signaal afgeven en daardoor invloed uitoefenen op de politieke discussie. ‘Je triggert op die manier andere partijen om jouw standpunten over te nemen. Zoals Wilders opereert, waardoor andere rechtse partijen in zijn richting zijn opgeschoven.’

Partijen als Denk en BIJ1 en voorheen Nida doen dat in het linkse politieke spectrum. Als voorbeeld noemt Ercan Büyükcifci de Zwarte Piet-discussie. ‘Het onderwerp is door activisten op de agenda gezet en is vervolgens door linkse bi-culturele politici opgepakt. Ze vertolkten hetzelfde geluid en geleidelijk aan is een deel van de gevestigde partijen tot het inzicht gekomen dat Zwarte Piet niet meer van deze tijd is.’

Ook Carla Kabamba is ervan overtuigd dat het andere geluid dat bi-culturele politici buiten de mainstream partijen om laten horen effect sorteert. Ze fungeren volgens haar als kruiwagens die discussies openbreken en agenderen. ‘Ze hebben onderwerpen die onder de tafel werden geschoven weer op de agenda gekregen. Zonder de Kick Out Zwarte Piet- en Black Lives Matter-protesten zou je geen BIJ1 hebben gehad en zonder de hoogopgeleide moslimactivisten geen Nida of Denk. Deze partijen zijn de politieke vertaalslag van het succesvolle werk dat activisten in het recente verleden hebben verricht.’ Kabamba is ervan overtuigd dat de Nederlandse politiek die samenwerking tussen sociale bewegingen en politieke partijen nodig zal blijven hebben in de strijd voor een inclusief en gelijkwaardig Nederland.

Imane Nadif is best trots op de kieslijst voor GroenLinks-PvdA, die mede met haar inspanning tot stand kwam. ‘Het is een stevige lijst geworden van zowel mensen met bestuurlijke ervaring, zoals Esmah Lahlah op plek twee, als mensen met goede kennis van belangrijke onderwerpen als zorg en onderwijs.’ Het belangrijkste criterium is dat ze wel al enige credit en ervaring hebben opgebouwd in de partij of in het maatschappelijk middenveld. Dat was ook wat Janarthanan Sundaram tegen de NRC zei in een gesprek over zijn kansen om voorzitter van D66 te worden: ‘Als het om baantjes binnen de partij gaat – wethouderschappen, plaatsen op de kieslijsten – liggen er vooral kansen voor mensen die hun netwerk op orde hebben. En die passen in het profiel van de traditionele bestuurder: witte mannen van boven de vijftig met jarenlange bestuurservaring.’

Hij chargeerde bewust, maar het is een feit dat de vijver waaruit partijen voor belangrijke posities vissen best beperkt is. Onderzoek van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen laat zien dat het ledenaantal van de grote politieke partijen al jarenlang sterk afneemt. Bovendien zijn ledenbestanden op geen enkele manier een afspiegeling van het algehele electoraat. Ze bestaan vrijwel geheel uit witte mensen en als gevolg hiervan is de connectie met verschillende minderheidsgroepen in de samenleving vrijwel nihil. En als je als partij die verbintenis niet hebt, is het moeilijk scouten. De kernvraag is dan ook: hoe breng je grote groepen mensen dichter bij de partij, en hoe worden ze vervolgens kaderlid? Als ze eenmaal die horde hebben genomen, dan hopen partijen dat mensen die goed zijn vanzelf wel boven komen drijven.

Het grootschalige onderzoek van Princeton-hoogleraar Rafaela Dancygier laat zien dat politieke partijen, ook als ze bi-culturele mensen binnenhalen, niet inclusief zijn. Overal in Europa hebben bi-culturele kandidaten binnen traditionele politieke partijen volgens haar te maken met vormen van uitsluiting.

De worsteling is helder, de oplossing allerminst. ‘Wat helpt’, zegt de ingewijde, ‘is het bewustzijn dat verandering alleen tot stand komt als de top zich daar heel erg hard voor maakt. Je mag als partijleiding best solidair zijn met groepen waar de overgrote meerderheid in de partij niet op lijkt. En plaats maken voor nieuw onbekend talent door witte mensen weg te duwen, misschien soms zelfs wel weg te sturen.’

Lees ook:

VIDEO: 2021, waar stem je op?
NOS op 3

Sources


Article information

Author: Daisy Washington

Last Updated: 1702784522

Views: 1161

Rating: 4.9 / 5 (82 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Daisy Washington

Birthday: 2018-03-29

Address: 08188 Glover Brooks, East Patrick, IA 20582

Phone: +4833031884369056

Job: Orthodontist

Hobby: Pottery, Kite Flying, Surfing, Stargazing, Bowling, Drone Flying, Coffee Roasting

Introduction: My name is Daisy Washington, I am a multicolored, spirited, welcoming, unwavering, cherished, candid, enterprising person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.